Door Annemarie Ariesen

Mag ik even mopperen over het serviceniveau in Nederland? Ik geef toe: nu we massaal huisarrest hebben, is het allemaal een stuk gemoedelijker. We groeten elkaar op fietspaden en maken een extra praatje met de lokale kaasboer. We wachten netjes op onze beurt en gunnen elkaar de ruimte. Mijn ergernis is van voor de coronatijd en ik hoop vurig dat we het hierna anders gaan doen in Nederland. Onderstaande voorbeelden zijn uit de tijd van vóór onze intelligente lockdown.

Ik loop naar het postloket bij de buurtsuper. Onderweg laat de zorgvuldig dicht gelikte envelop los bij de linkerhoek. Ik vraag aan de jongeman achter de weegschaal of er een extra plakbandje op mag. Zijn reactie: ‘daar kan ik niet aan beginnen mevrouw’. Ik koop in december een paar hockeysokken en vraag of het als cadeau kan worden ingepakt. ‘Helaas; dat mogen we in de feestmaand niet doen, te druk’. Ik kijk om me heen: niemand te zien. Groot bord buiten op de stoep bij een plaatselijk restaurant: Donderdag saté avond; keuze uit varkenshaas en kip. Ik loop op een donderdag tegen zevenen naar binnen en vraag of ik terecht kan voor een saté van varkenshaas.  Ja hoor, van harte welkom. Er is zelfs een mooi tafeltje vrij op het terras. Ik bestel een glas wijn, vijf minuten later arriveert mijn tafelgenote en we bestellen tweemaal saté met friet. ‘Helaas die is op.’ Lamgeslagen melden we dat we dan ergens anders gaan eten. Of ik even mee wil lopen naar binnen om m’n glas wijn af te rekenen. Ik vroeg nog naar de bedrijfsleider maar die had een vrije dag. Laten we hopen dat dit soort onvriendelijkheid verdwijnt uit onze samenleving en dat we iets leren van Italië en Spanje waar ‘ober zijn’ een heus vak is.

Nee dan ons tweede thuisland Zuid-Afrika. Daar zit het wel goed met vriendelijkheid en servicegerichtheid. De mensen hier hebben het talent om je gerust te stellen en je minder gehaast te laten voelen. Ze verspreiden met hun glimlach rust en blijdschap. Natuurlijk is hier meer verborgen werkeloosheid. Dat maakt dat er overal iemand staat om je te helpen inparkeren, dat boodschappen voor je worden ingepakt en dat er altijd iemand bij de deur van het restaurant staat om je welkom te heten.

Ook al is het daar gemakkelijker dan hier om (goedkoop) personeel te vinden, het gaat er vooral om dat mensen in Zuid-Afrika uitstralen dat ze plezier hebben in hun werk, leergierig zijn en trots zijn op de plek waar ze in dienst zijn. Het vlees is hier nooit op, de openbare toiletten zijn brandschoon en de huiswijn smaakt altijd goed. Bij het tankstation is de service top en je hoeft er je auto niet eens voor uit. In ons favoriete restaurant in Hoedspruit, neemt de serveerster eerst de bestelling op en beweegt dan dansend richting keuken waar ze onze wensen bij de kok neerlegt.

Eigenaren van het kleine hotel waar we ooit twee nachten verbleven, zeiden bij het weggaan dat we hen altijd mochten bellen als we tijdens de rest van onze rondreis in Zuid-Afrika hulp nodig zouden hebben. 24 uur, zeven dagen per week. Hun slogan: je komt als gast en vertrekt als vriend. Mooi toch!