Een goede foto maken terwijl je op safari bent kan soms wat lastig zijn. De wilde dieren staan niet zomaar perfect stil zodat jij je plaatje kunt schieten. Speciaal hiervoor hebben wij 7 tips geselecteerd die jou kunnen helpen om het perfecte shot te maken!

1. Begin bij het begin: heb je alles?

Het maken van een goede foto begint natuurlijk met je fotocamera. Controleer dus of je je camera en alle benodigdheden bij de hand hebt. Zorg ervoor dat je camera helemaal opgeladen is en neem een reserve accu mee. Neem ook een lensdoekje mee om tijdens de tocht je lens goed schoon te houden mocht deze bijvoorbeeld onder het stof/zand raken. Tip: is het wat koud als jij op safari in Zuid-Afrika gaat? Houd dan je accu dicht op je lijf, zo zorg je ervoor dat deze niet teveel kracht verliest in de kou.

Welpen - Krugerpark - Zuid-Afrika2. Het perfecte tijdstip

Als je overdag op safari gaat is het licht soms hard en flets. Het beste licht heb je een half uur voor zonsopkomst of zonsondergang. In Zuid-Afrika noemen ze dit ‘het gouden uur’. Dit is omdat het zonlicht wat meer diffuus is en de harde schaduwen hierdoor wat zachter worden. Zo kun je de dieren op hun best fotograferen.

3. Pas je iso waarde aan

Wees niet bang om bij slecht licht hogere iso-waarden (zoals iso 6400 of zelfs hoger) te gebruiken. Het is beter dat je foto een beetje korrelig is, dan bewogen. Het eerste kun je naderhand nog wat verbeteren, maar beweging in een foto is niet gemakkelijk weg te halen.

4. Snelle sluitertijd

Sommige dieren kunnen erg snel bewegen. Als je een vogel volledig scherp in volle vlucht wil fotograferen, zorg dan voor een zeer snelle sluitertijd zoals 1/3200 seconde of nog korter.

5. Gebruik een lange belichting

Wil je terwijl je op safari in het Krugerpark bent de mooie landschappen vastleggen? Dan kan het mooier zijn een langere belichting toe te passen. Bewegende objecten verdwijnen, water wordt gladder en je kunt de lucht super dramatisch maken. Voor het beste resultaat kun je een zelfontspanner of een draad(loze) ontspanner gebruiken. Vergeet dan niet om je statief mee te nemen zodat je camera altijd stabiel staat.Safari Krugerpark

6. Pas je diafragma aan

Maak je graag foto’s waarbij de onderwerpen scherp zijn en de achtergrond onscherp blijft? Stel je camera dan zo in: hoe groter de diafragma-opening (hoe kleiner het diafragmagetal), hoe meer licht er op je sensor valt, maar ook: hoe korter de scherpte/diepte. Wil je juist dat alles in je foto haarscherp is, dan kun je het beste een hoog diafragmagetal (kleine opening) gebruiken.

7. Draag geen dierenprintjes

Dieren kunnen hierdoor in de war raken of bang worden en daardoor aanvallen. Zorg ervoor dat je zo veel mogelijk opgaat in de omgeving. Te felle kleuren kunnen er ook voor zorgen dat je teveel opvalt en de dieren afschrikt.